• Vakliteratuur voor onderwijsprofessionals
  • Veilig winkelen

Datum: 19 juli 2021

Column – Examen

De gymzaal staat vol met tafeltjes en er ligt vloerbedekking. In de zaal zitten 137 leerlingen klaar om te  beginnen aan hun eindexamen geschiedenis. Er klinkt een levendig gekwetter, als een boom vol opgewonden, vrolijke vogeltjes. Leerlingen richten hun tafeltje in met pennen, pakjes drinken of flesjes water, boterhammetjes of een pakje crackers.

Geen knuffels of mascottes. Knuffels zijn uit. Een paar jaar geleden stond de zaal vol met beertjes, hamsters, poezen of stokstaartjes, maar nu niet één meer. Wonderlijk. Wat zegt het over deze generatie?

Herman komt binnen, de eindexamensecretaris. Dit is de laatste echte functie in een school. Het woord zegt het al. Schoolleiders, teamleiders, coördinatoren en docenten zijn allemaal een beetje  vage autoriteits-figuren vergeleken bij de eindexamensecretaris. Herman komt binnen met ontzagwekkende pakken examens in blauw plastic, die hij voor zich op een tafeltje kwakt. Hij verheft zijn stem en het is meteen stil in de zaal. Herman heeft zoveel routine als secretaris en doet alles met zo’n vanzelfsprekend gemak: “geen telefoon, maak je flesje prik of je blikje nu even open (collectief geklik en gesis), denk aan het laatste kwartier et cetera.” Daarna het uitdelen: flitsende scharen door blauw plastic, hup aanpakken: “Jij doet de opgaven en jij de bijlage…. ja achter elkaar.. eerst de opgaven uitdelen en dan de bijlagen …. nee, geen ‘ja maar…’, gewoon doen, zo moeilijk is het niet.”  Vriendelijk en beslist.

Ik kijk er naar met bewondering. Misschien zien we hier ook wel een driedimensionaal hologram van Herman, zoals ze dat geprojecteerd hebben van Michael Jackson en hebben wij dat niet in de gaten. Misschien iets voor de toekomst als Herman met pensioen gaat.

Daarna is het doodstil en er heerst totale aandacht. Iedereen leest of schrijft.

Ik ben surveillant en kijk peinzend de zaal in. Ik word verondersteld niets anders te doen dan staren en peinzen. Niet lezen of schrijven, niet op de iPad en ook niet stiekem op de telefoon, nee, alleen maar zitten en opletten en onmiddellijk reageren als een leerling een extra blaadje nodig heeft. Soms gaat een vinger de lucht in van iemand die moet plassen. Ik sta op en loop mee van de surveillanceplek tot de deur van de kleedkamer en houd daar de wacht over de plassende leerling. Dat is een stukje lopen van drie meter. Gewoon doen! Het is protocol. Het is eindexamen!

Staren en peinzen. Ik kijk naar leerlingen die ik nog zie zitten vijf jaar geleden tijdens de eerste les biologie in de eerste klas. Kinderen vol verwachting, die niet konden wachten om hun vinger op te steken of hun mond open te doen. Vol met vragen. Ten slotte zitten ze hier: Doodstil en ingespannen. Eindelijk zitten ze op hun plek, houden hun mond en doen wat we van ze verlangen. Eindexamen.

Verrek. Daar zit Lotte. Zij heeft haar pen neergelegd en leunt achterover op haar stoeltje. Zij kijkt rond en is duidelijk niet bezig. Zij steekt boven alle gebogen ruggen en hoofden uit en vangt mijn blik. Zij glimlacht, niet bevreesd, niet gehaast, maar gewoon zichzelf. Ik weet niet of zij nog verder zal gaan. Misschien heeft zij besloten om het hier maar bij te laten, omdat het een mooie dag is en dat het allemaal wel goed komt in het leven, ook zonder examen.

Het is een mooi beeld. Een zaal vol zwoegers en één meisje dat glimlachend zit te staren naar de wolken die voorbij zeilen in de raampjes boven in de gymzaal.

Frans Ottenhof (auteur van o.a. ‘Wat doen goede leraren anders’) geeft ons een kijkje in de fascinerende leefwereld van het voorgezet onderwijs.